Een man verhuurt de eerste verdieping van zijn eigen woning en bewoont zelf de andere verdiepingen. Hij rekent de verdieping ten onrechte tot box 3 omdat er geen sprake is van een zelfstandige woning.
Een man verhuurt de eerste verdieping van zijn eigen woning geregeld enkele dagen via Airbnb. Hij bewoont zelf het souterrain en de begane grond. De woning heeft één toegangsdeur en is voor de WOZ en het Kadaster één woning. Ook is er slechts één aansluiting voor nutsvoorzieningen. De verhuurde verdieping heeft wel (binnenshuis) een eigen toegangsdeur en een eigen keuken, badkamer, woonkamer en slaapkamer. In de aangifte IB/PVV 2018 zijn geen inkomsten uit tijdelijke verhuur van de eigen woning opgenomen. De man is namelijk van mening dat de verhuurde verdieping in box 3 valt omdat het een zelfstandige woning is. Volgens de inspecteur is er wel degelijk sprake van in box 1 vallende inkomsten uit tijdelijke verhuur van de eigen woning.
Tijdelijke verhuur van een eigen woning Rechtbank Noord-Holland bevestigt dat de tijdelijke-verhuurregeling van toepassing is. Er is sprake van een tijdelijke terbeschikkingstelling aan derden. De man stelt ten onrechte dat de etage niet meer tot de eigen woning behoort. Er is volgens het Kadaster sprake van één woning en deze woning staat hem als hoofdverblijf ter beschikking. Het maakt niet uit dat hij de eerste verdieping niet zelf bewoonde. De man kon op elk moment stoppen met de verhuur en de verdieping weer zelf gaan gebruiken. Het is niet nodig dat een (deel van de) woning daadwerkelijk als hoofdverblijf wordt gebruikt. Ook maakt het niet uit dat de verdieping van de woning als een afzonderlijke woonruimte kan worden gebruikt.
Bron: Rb. Noord-Holland 21-11-2023 (gepubl. 7-12-2023).